Vertaalbureau.nl Blog

30 juli 2006

Een auto is geen luxe

Nieuws in de categorie "deden ze dat dan nog niet?" hoorde ik in de auto terug uit Enschede op de BBC-radio: Renault ontwerpt nu auto's "with the end price in mind". Opeens begrijp ik waarom auto's zo duur zijn. Maar welke Renault was dat dan? Door een plaatselijk onweer was de radio gestoord, dus ik hoorde het fijne er niet van. Checken. Het zal over de Dacia Logan gegaan zijn. Een mooi initiatief, want zoals elke Rus weet:
Een auto is geen luxe, maar een vervoermiddel.

Dit citaat, waar in Rusland eindeloos op gevarieerd wordt - dat is ook heel makkelijk, je hoeft alleen maar de puntjes in te vullen: "... is geen ..., maar ...", waarbij je desnoods op niet één van die plaatsen het oorspronkelijke woord laat staan - is afkomstig van Ilf en Petrov, en wordt in de mond gelegd van de oplichter Ostap Bender, in het meesterwerk Het gouden kalf.

Dat Bender dat boek nog haalde, is een klein wonder, want hij sterft aan het einde van het eerste boek over zijn avonturen, De twaalf stoelen. Uit het (alleen Engelstalige) Wikipedia-artikel over Bender leer ik dat dit een voorbeeld van retconning is. Wat dat allemaal kan inhouden is te veel om op te noemen. Het voorbeeld dat alle jongetjes vroeg of laat leren is het vangnet tussen de rotsen. Zorro (of een tegenstander van Zorro) redde zich ooit zo. En professor Lupardi uit de Kapitein Rob-boeken, zoals Wim de Bie onlangs memoreerde (scroll omlaag naar 20 juli). Retconning is geen noodgreep, maar een middel om het verhaal voort te zetten.

Naschrift In het Russisch luidt het citaat:
Avtomobil' ne roskoš', a sredstvo peredviženija
Heel letterlijk vertaald:
Automobiel geen luxe, maar middel [van] verplaatsing
Het Russisch kent geen lidwoorden en je laat het woordje "is" meestal weg; die moet je in vertaling naar correct Nederlands dus toevoegen. Dat maakt die vertaling drie lettergrepen langer. Maar in het Nederlands zeggen we meestal geen "automobiel" meer, maar "auto" (twee lettergrepen minder), en kennen we het keurige woord "vervoermiddel" voor "sredstvo peredviženija" (vierlettergrepen minder), dus hebben we voor de afwisseling eens een vertaling die compacter is dan het origineel.

Dat is mooi, maar de Nederlandse versie
Een auto is geen luxe, maar een vervoermiddel
is wel erg onevenwichtig, met die korte clincher - "sredstvo peredviženija" bouwt prachtig op. Waarschijnlijk daarom heeft S. van Praag, die ik in mijn stukje over de "Russische Bibliotheek" van het Kruidvat een goedwillende amateur noemde, een woordje toegevoegd. Karel van het Reve, die Ilf en Petrov leerde kennen via "de dikke van Praag" schrijft:
Mompelt een Rus in mijn bijzijn: "De automobiel is geen luxe..." dan vul ik automatisch aan: "... maar een nuttig vervoermiddel." Karel van het Reve, 'Waar zijn mijn lievelingstijgers' in De Russen in mijn kast (Amsterdam 1990) p. 67-76, p. 70

Dat toevoegen van "nuttig" is eigenlijk niet goed te praten, maar het is net als met de Asterix-vertalingen. Goed of slecht, als je ermee bent opgegroeid wil je niets anders meer.

Labels: ,

28 juli 2006

Interessantsma

Dat is even verbazingwekkend. Ik was ervan overtuigd dat dit een bestaand woord was. Ik hoorde het in 1994 van Bart Cras, die geërgerd vertelde over iemand die buitenlandse gasten liet wachten om even een paar telefoontjes te plegen - waarbij hij goed liet merken dat hij met uiterst belangrijke mensen sprak. "Die moest even Interessantsma zijn."

Maar het is dus zo in onbruik geraakt dat we er, als dit stukje over een paar dagen geïndexeerd is, een hapax legomenon op Internet bij hebben.

Het woord schoot me te binnen toen ik aan een bepaald soort ondernemer moest denken - en dat weer naar aanleiding van een mail van een vriendin die om advies vraagt voor het opstarten van een eigen zaak. Het enige dat ik haar op grond van mijn ervaring en waarneming van de praktijk kan vertellen is: blijf doelgericht. Vraag je af wat je wilt bereiken en kijk dan wat je daar absoluut voor nodig hebt. Ik heb het idee dat veel ondernemers in spe verkeerd om werken: ze willen graag alles wat ze geleerd, gehoord, gezien hebben over eigen bedrijven in de praktijk brengen.

Daar hoeft niet veel mis mee te zijn, maar het gevaar is dat ze al die dingen - bv oprichten, kantoorruimte zoeken, personeel inhuren - als doel op zich gaan beschouwen, en dingen gaan doen die niet nodig of zelfs contra-productief zijn. Het kan soms behoorlijk uit de hand lopen. Dat is het moment dat je Interessantsma gaat uithangen.

Want voor veel ondernemers is het ondernemerschap niet alleen een manier om geld te verdienen, maar ook een manier van leven, en soms slaat de balans door en krijgt de manier van leven de overhand. Een voormalige studiegenoot die begin jaren negentig een reisbureau was begonnen, en mij in die tijd nog eens een fax stuurde met de klassieke zin "Laten we bedrijfje spelen en elkaar faxen!", liet zich op een moment alleen nog maar per taxi verplaatsen. "Tsja," zei hij, "ik kan wel naar de andere kant van de stad gaan fietsen, maar mijn tijd is nu ongeveer 100 gulden per uur waard, dus als ik door die taxi een kwartiertje win heb ik de kosten er alweer uit." Een redenering, die vooral lijkt te zijn ingegeven door de behoefte aan anderen te kunnen laten merken hoe goed je je zaken voor elkaar hebt.

De mode van het maken van grappig bedoelde (en in het geval van Interessantsma, vind ik, ook echt grappige) pseudo-namen is misschien net overgegaan voordat iedereen alles op internet zette, waardoor een stukje geschiedenis van het Nederlands verloren zou kunnen gaan. Ik herinner me een Heartlands-uitzending eind jaren tachtig waarin Roel Bentz van den Berg een traag soulnummer afkondigde met "Van Slijpestein...". Geen hapax, want als je 'm googelt blijkt de naam te bestaan.

Over de behoefte serieus genomen te worden door je mede-ondernemers: Opscheppen.

Labels: ,

23 juli 2006

Klagen

Las deze week ergens een terugblik op Solange Leibovici's Het anale waterland, een nogal negatief stuk over Nederland en de Nederlanders dat in 1995 in de Groene Amsterdammer verscheen en dat je op vrijwel alle deeluitspraken met cijfers geadstrueerd zou willen zien. Zo zegt Leibovici dat veel Franse vrouwen die hier wonen eens met een Nederlander getrouwd waren, maar dat zulke huwelijken bijna altijd in echtscheiding eindigen. Zou dat echt zo zijn? Wat is "bijna altijd"? Heeft ze het huwelijk tussen mijn Nederlandse opa en Franse oma meegeteld?

Maar waar las ik dat stuk, ik bedoel dat stuk over het stuk van Leibovici nou ook weer? Gelukkig zette ik vanavond om 9 uur de televisie aan en bleef tot mijn verbazing tot half twaalf kijken naar een ouderwets VPRO-programma. 24 buitenlanders in Nederland kwamen erin aan het woord over - ja, eigenlijk over alles waar je geïnteresseerd in zou kunnen zijn als je eens een echt gesprek met een van de buitenlanders in je omgeving zou voeren.

Het zal geen verbazing wekken dat het beeld van Nederland dat zich langzaam ontvouwde oneindig veel genuanceerder was dan de tirade van Leibovici, die dan ook absoluut niet thuishoorde in... het achtergrondartikel in de VPRO-gids, die ik er na afloop bijpakte in de hoop wat meer over de geïnterviewden te lezen. Helaas, die informatie vond ik niet in dat artikel (uiteindelijk wel op deze website). Maar toen wist ik in ieder geval wel waar ik dat interview met Leibovici had gelezen.

En verdomd, daar stond het nog eens:
Fransen hebben het heel moeilijk hier, heb ik vaak gemerkt. Franse vrouwen vooral, die achter zo'n Nederlandse man aanlopen... al die huwelijken gaan naar de knoppen. Ik ken er maar één dat stand heeft gehouden.

Nou ja, nu is in ieder geval duidelijk hoe ze aan haar statistieken komt. Ik zou op grond van mijn eigen waarneming een heel andere conclusie kunnen trekken. Maar misschien moeten we beide erkennen dat onze waarnemingen een slechte basis zijn voor generalisaties.

Zulke generalisaties maakten de geïnterviewden van vanavond maar heel weinig, en alleen als ze daartoe uitgedaagd werden, en dan zag je ze nadenken, twijfelen. Aardig was de vraag: hoe zou je Nederland in één woord samenvatten. De Bosniër kwam na een mooi rijtje associaties op "agenda". De Afghaanse op "vrijheid". De Antilliaan op "kansen". De Chileen: "zorgzaamheid". Wat de Amerikaanse en de Marokkaan zeiden herinner ik me niet precies meer, maar ook zij kwamen met iets positiefs. Alleen de Oekraïner noemde "gierigheid", maar met de nodige nuanceringen.

Je kunt vraagtekens plaatsen bij de representativiteit van de geïnterviewden. Natuurlijk waren ze handgeplukt, of in ieder geval geselecteerd op hun beheersing van het Nederlands, en je weet nooit of de makers nog kandidaten hebben laten afvallen die ze minder goed konden gebruiken.

En nu ik het dan toch over het waarheidsgehalte heb vermeld ik graag dat ik niet zo naïef ben dat ik echt denk dat alles even spontaan was. Ik ben me ervan bewust dat elke vraag meerdere keren overgedaan zal zijn, en dat daar de altijd manipulatieve montage nog is bijgekomen. Maar ik weet zeker dat de geïnterviewden zich zullen kunnen vinden in de manier waarop ze uiteindelijk in beeld zijn gekomen.

Wat ik ooit in een inburgeringscursus las (het heette misschien anders, dit moet 1994 of 1995 geweest zijn, de tijd van Leibovici's aanklacht):
Beleefde Nederlander: "Wij gaan nu eten, wilt u misschien een kopje koffie?"

Ten eerste: wie zegt er dat Nederlanders niet in staat zijn tot zelfkritiek?

Ten tweede: ik ben bereid te geloven dat dit ooit wel eens een keer gezegd is, maar dat veel buitenlanders het wel eens hebben meegemaakt geloof ik niet. Het is een verhaal dat een eigen leven is gaan leiden, als illustratie voor de ongastvrijheid die inderdaad op weinig plaatsen ter wereld zo treffend is als in Nederland.

Toen een van de geïnterviewden deze situatie ter sprake bracht kreeg ik even last van plaatsvervangende schaamte. Waarom iets vertellen dat je niet zelf hebt meegemaakt?

Gelukkig had een andere geïnterviewde, de Maleisische, een verhaal dat op precies hetzelfde neerkomt, maar wél echt is:
In m'n eerste jaar kwam ik een meisje tegen en ze zei 'goh als je in de buurt bent kom maar langs'. En ja daar was ik één keer en toen belde ik aan en ze was helemaal van: 'goh hebben we een afspraak?' En ik zei: 'nee maar jij zei dat als ik in de buurt was ik maar even langs moest komen, dus ik ben er. Dus, kopje koffie of zo of thee...?' 'Ja ja, dat komt niet goed uit', en na tien minuten was het iets van 'ik heb maar twee stukken vlees.' En ik zei: 'moet ik boodschappen doen voor jou?' En achteraf dacht ik: 'o. Haar vriend zou zo thuis komen en jij bent niet uitgenodigd voor het eten dus eigenlijk heeft ze liever dat je weggaat, maar dat zegt ze niet in je gezicht. (Zie hier)


Waar alle geïnterviewden het over eens waren: Nederlanders klagen te veel. Ze weten niet hoe goed ze het hebben.

Labels:

19 juli 2006

Lachen

Het voordeel van pas in september met mijn cursus Chinees te beginnen: ik kan, zoals ik altijd heb gedaan, vooruit bladeren in mijn leerboek, maar nu gaat dat eens niet ten koste van mijn huiswerk. Ik word ik getroffen door een uitleg over lachen.
Lachen (笑 xiào) is een afwijking van de conventie en kan een uitdrukking van verschillende emoties zijn:

  • Soms is het een reactie op een tragische situatie; in dit geval geeft het aan dat men afstand neemt van de gebeurtenissen of dat men de ander niet in verlegenheid wil brengen (惨笑 cănxiào).
  • Een uiting van boosheid of een manier om zijn boosheid te beheersen (冷笑 lěngxiào).
  • Een teken dat men iets niet begrijpt; in deze situatie wordt het gebruikt om geen gezichtsverlies te lijden.
Joël Bellasen, A key to Chinese speech and writing (Beijing 1997), p. 106

Als we ons even niet afvragen hoe zeker dit allemaal is, dan vind ik de tweede variant het verrassendst. Ik ken er geloof ik geen voorbeelden van, maar ik ben dan ook nog nooit in China geweest en ken weinig Chinezen.

Over de eerste variant schreef Adriaan van Dis uitgebreid in Barbaar in China (herinner ik me, heb het boekje niet bij de hand). Het lijkt op ons leedvermaak, maar dat is het niet echt, zoals ook blijkt uit de nuancering "om de ander niet in verlegenheid te brengen". Lachen uit onmacht is het meer. Ik ben bang dat deze vorm niet uniek is voor China, maar in alle samenlevingen voorkomt waar onrechtvaardigheid, het getroffen worden door het noodlot, zo gewoon is, dat andere reacties (helpen, verontwaardigd zijn, je sympathie uitspreken) zinloos zijn. "Ik lach om niet te huilen."

Ook de derde variant lijkt me niet uniek voor Chinezen. Ik werd er in Rusland vaak mee geconfronteerd. Maakte ik tijdens een gesprek een opmerking die buiten de verwachte clichés viel, dan werd daar vaak om gelachen. Goed, mijn minder dan perfecte Russisch zal meegespeeld hebben. Maar als ik een grappige taalfout maakte werd dat ook uitgesproken. Het kan dus inderdaad onbegrip zijn geweest - en onwil, a priori, om een buitenlander te begrijpen, want die begrijpt toch niets van Rusland.

Ik ervoer dat lachen altijd als uitlachen. Het was prettig geweest als er iets over in mijn leerboek Russisch had gestaan. Dat dat niet het geval was, heeft er ongetwijfeld mee te maken dat dat een Russiche uitgave was.

Labels: ,

18 juli 2006

Vertaalbureau.nl weer op pagina één

We hebben een poosje gejojood, maar met de laatste relevante toevoegingen aan de site en een paar prettige nieuwe links moet onze website er nu toch wel blijven staan: op de begeerde pagina 1 van Google met het belangrijke zoekwoord "vertaalbureau".

Beste lezer, vindt u ook dat de Vertaalbureau.nl-website eigenlijk niet alleen op pagina 1 hoort, maar ook op plaats 1? Dan hebben wij uw hulp nodig! In een eerder stukje over rankings heb ik verteld over een paar technieken om "onethisch" hoger te komen. Daar doen we niet aan mee. Maar in een reactie op een reactie gaf ik ook aan dat ik de opzetters van fake-sites en notoire link-uitwisselaars niet zal gaan aangeven, omdat:

  • ik geen aangever ben
  • die dingen er vanzelf uit moeten komen - het lijkt me uitgesloten dat op grond van mijn informatie de algoritmes ineens zodanig verfijnd zouden worden dat alles meteen zou worden opgelost
  • ik mijn energie liever besteed aan het écht goed en aantrekkelijk voor menselijke gebruikers maken van de Vertaalbureau.nl-site

U daarentegen heeft misschien zelf een website of een weblog, of weet een andere plaats op het web van waaraf een kwaliteitslink kan worden geplaatst.

Hebben wij wel eens een vertaling voor u verzorgd en was u er tevreden over, beveel ons dan bij anderen aan door een link naar www.vertaalbureau.nl te plaatsen: http://www.vertaalbureau.nl

Vindt u onze FAQ leerzaam, link dan naar http://www.vertaalbureau.nl/faq.php

Blogt u, overweeg dan een link naar dit weblog in uw blog roll te zetten: http://www.vertaalbureau.nl/weblog/

Diep linken mag ook, bijvoorbeeld:
Allemaal onder het motto: link naar kwaliteit, link naar Vertaalbureau.nl! En wees gerust: het zal niet onopgemerkt blijven.

16 juli 2006

Mr. President!

Desinteresse in Amerikaanse etiquette is helaas een algemeen Nederlands en waarschijnlijk ook Europees verschijnsel. Toen ik enkele jaren geleden het genoegen had een lezing van Bill Clinton bij te wonen (bij welke gelegenheid ik, sorry, ik vertel dit graag, zijn hand wist te schudden) had ik met enige angst de introductie van Bram Peper tegemoet gezien. Zou hij wel weten dat je Clinton, die op dat moment al bijna drie jaar geen president meer was, wel degelijk als Mr. President moest aanspreken?

Gelukkig, dat wist Peper. Maar in een fractie van een seconde nadat ik "Mr. Pre..." hoorde, maakte de opluchting plaats voor een nieuwe angst: zou de zaal dit wel begrijpen? Helaas, de zaal begreep dit niet. De verbazing was voelbaar. Aan mijn tafel van twaalf personen fluisterden twee mensen "Hij is toch geen president meer?" en anderen keken elkaar vreemd aan - en zo moet het aan alle tafels gegaan zijn, er is geen reden te veronderstellen dat onze tafel slechter dan de rest was.

Ik legde de captain of industry die naast mij zat (als ik ooit onder de grote mensen kom zult u het weten ook) uit dat in Amerika oud-presidenten, zelfs controversiële, bij alle partijen met zeer veel respect worden bejegend, wat zich onder meer uit in het blijven gebruiken van de aanspreekvorm "Mr. President". De captain of industry fluisterde aan zijn buurman dat de meneer naast hem net zei dat het tot de Amerikaanse etiquette behoorde etc., waarna de zaak in ieder geval aan onze tafel vlot was opgehelderd. Omdat er nogal veel Amerika-liefhebbers in de zaal zullen zijn geweest hoop ik dat er ook aan elke tafel een type als ik zat.

De les hieruit is relevant voor vertalers. In het officiële gedeelte van de Vertaalbureau.nl-website leg ik uit welke eigenschappen wij in een vertaler zoeken. Een van die eigenschappen is dat hij of zij problemen moet onderkennen waar anderen geen problemen zien. Niet denken "Oh, dat zit zo en zo," en een voor de hand liggende vertaling gebruiken, als er omstandigheden zijn die je zouden moeten doen vermoeden dat het misschien niet zo eenvoudig is.

Maar het omgekeerde doet zich ook voor. Soms moet je geen probleem zien waar je op het eerste gezicht wel een probleem vermoedt. De omstandigheden moeten er dan toe leiden dat je je schikt in de situatie en er zelfs wel aardigheid in hebt. In dit geval was de probleemsituatie dus dat Bram Peper een ex-president met "Mr. President" aansprak. Dat zet je even op het verkeerde been. Maar dan moet je toch, vóórdat je je twijfels eruit flapt, even aan het denken gaan:

  • Na drie jaar zal het toch wel tot iedereen zijn doorgedrongen dat Clinton geen president meer is. Ook, ja juist ook, tot de inleider van de avond.
  • Zelfs een beroeps-inleider als Bram Peper zal zich wel hebben voorbereid op dit gesprek. Een van de vragen die je bij zo'n voorbereiding beantwoord probeert te krijgen is: hoe spreek je de gast aan?
  • Een slip of the tongue is uitgesloten, daarvoor is "Mr. President" te specifiek - een verspreking was hoogstens een verklaring geweest als Peper bijvoorbeeld "president Clinton" zou hebben gezegd in plaats van "Mr. Clinton".
  • Er zit eigenlijk wel wat in, Clinton mag dan niet meer de machtigste man ter wereld zijn, maar een gewone man is hij nog steeds niet, anders hadden we hier niet gezeten.

Ergo, Bram Peper mag dan een tenenkrommend gesprekje in miserabel Engels voeren, op dat punt zal hij het wel bij het rechte eind hebben. Dit is dus waarschijnlijk een Amerikaans gebruik. Weer wat geleerd.

Labels: , , ,

15 juli 2006

Sr., Jr., III - en II voor neef

Nog snel even de kranten van afgelopen week doorbladeren. Hee, Merel Roze. Over medebloggers niets dan goeds, maar ik moet zeggen dat ik me soms een beetje erger aan Merel, een van de frisse gezichten waarvoor oude heren als Max Pam en Hans Ree plaats moesten maken op de achterpagina van de NRC.
Balkenende III. Het staat wel stoer, die III achter zijn naam. Een beetje een filmster, zoals Hugo Metsers III, al zal hij die niet kennen. Wat kent hij wel, onze premier, behalve de bijbel en het telefoonnummer van zijn logopediste? Al 2,1 kabinet lang vraag ik het me af. (Overigens is het opmerkelijk hoe weinig filmsterren er zijn met een II achter hun naam.)

Het stukje gaat daarna nog vier alinea's door met flauwigheid over Balkenende. Maar hoe zit het nu met die III, en vooral met die II? Ik denk dat Merel geen enkele filmster met een II achter zijn naam kent, en dat ze haar kwinkslag plaatste omdat het haar ook onwaarschijnlijk leek dat er wel een te vinden zou zijn. Maar als je in de IMDB op namen met "II" erachter zoekt, vindt je er nog altijd 903. Nu staat in die lijst ook de Russische keizer Alexander II, en dat kun je moeilijk een filmster noemen (hij speelt "Himself" in een miniserie Assassinations that changed the world). Ook staat er nog ruis in de lijst in de vorm van bijnamen, en van de namen van allerlei technici die zich met een II tooien.

Maar diezelfde ruis zit er in de lijst van namen met III erachter: dat zijn er op het moment dat ik dit stukje schrijf 1779. Bijna twee keer zoveel. En dat terwijl je zou denken dat het juist minder moest worden. De kans dat vader en zoon én kleinzoon hetzelfde heten is kleiner dan dat alleen vader en zoon hetzelfde heten. Heeft Merel dan gelijk met haar onuitgesproken suggestie dat mensen pas zo'n Romeins cijfer achter hun naam gaan zetten als het een beetje indrukwekkend wordt?

Nee, want die II is écht relatief zeldzaam. Het rijtje is namelijk Sr., Jr., III, IV (Tom Cruise blijkt geboren te zijn als Thomas Cruise Mapother IV), V enzovoorts. Nou ja, enzovoorts... veel verder zal je niet komen, want het hele rijtje moet nog in leven zijn. Je wordt overigens niet geacht Sr. achter je naam te zetten, geen toevoeging is per definitie senior. Overlijdt stamvader John Smith, dan schuift iedereen een plaatsje op. (En moet zijn weduwe, die zich natuurlijk volgens goed Amerikaans gebruik Mrs. John Smith noemde, nu opeens wél Sr. achter haar naam zetten, om zich te onderscheiden van haar schoondochter, die dat als vrouw van de nieuwe Sr. net als haar man niet mag, maar ook geen Mrs. John Smith, Jr. meer is, want dat is nu de voormalige Mrs. John Smith, III.)

En II dan? We zagen al aan de IMDB-hits dat die vorm wel degelijk voorkomt. Ten dele lijkt de mooie traditie te verwateren en zetten ouders die hun zoon naar de vader vernoemen achteloos II achter zijn naam. Wie houdt ze tegen. Maar ook historisch kwam de vorm voor, echter vooral om gelijk genaamde familieleden die geen vader en zoon waren te onderscheiden. Denk aan jongere neefjes. Met het losser worden van de familiebanden zal hij wel langzaamaan verdwijnen. Tegenover je vader maak je graag pas op de plaats. Jouw tijd komt nog. Eerst wordt je zoon III, en daarna word je zelf senior en wordt je kleinzoon III. Maar je legt niet graag aan je vriendinnetje uit dat er II achter je naam staat omdat je een neef hebt die wat verder is dan jij.

Labels: ,

11 juli 2006

Zidane

Dat aankondigen van een verklaring maakt het er niet beter op. Er zijn maar twee mogelijkheden. Hij kan de waarheid vertellen, en die zal te banaal voor woorden zijn. Of hij kan liegen, waarbij alle nadelen die daar toch al aan verbonden zijn bij hem oneindig uitvergroot worden. Vreselijk dat hij over die keus aan het piekeren is. Te groot om geholpen te worden.

Labels:

01 juli 2006

Chinees leren

Dat is trouwens nog eens een verjaardagscadeau: een cursus Chinees bij de Chinese School Amsterdam. Een intellectuele uitdaging en nog nuttig ook. Mij overkwam het vandaag (gisteren inmiddels). Ik zal de trouwe lezers vanaf deze plaats op de hoogte houden.

Labels: