02 september 2006

Vertalen voor principiëlen

Aardige kerel, die Alexander Stubb, Fins lid van het Europees Parlement. Goed, hij hangt de clown uit en heeft het extreem met zichzelf getroffen, maar op zijn ideeën is niets aan te merken. Hij maakt zich boos over de principiële taalstandpunten van veel Europese politici. Mijn aandacht werd op hem gevestigd door een bericht over geldverspilling door onnodige en zelfs ongebruikte tolkdiensten.

Het leuke is dat Stubb, om zijn belangrijkste argument onontkoombaar te maken, bereid is zijn tegenstanders op allerlei andere punten gelijk te geven. Waar het nu om gaat is dat van de vertaalkosten 16% opgaat aan tolken die duimen zitten te draaien, omdat hun diensten op het laatste moment geannuleerd werden of omdat de parlementsleden voor wie ze bestemd waren domweg niet op kwamen dagen.

Hij wil niet tornen aan het belang van vertalingen - al voel je aan zijn generositeit dat ze ook op dat punt wellicht nog niet van hem zijn:
With 21 official languages in the EU institutions, interpretation eats up less than one percent of the total bloc's budget and Mr Stubb comments, "if that's what it takes for us to understand each other in a sensible way, let's go ahead and pay for it."


Stubb vertegenwoordigt het minderheidsstandpunt dat taal een communicatiemiddel is, en niet een uiting van culturele diversiteit. Hij is grootgebracht met Fins en Zweeds, maar spreekt vloeiend Engels en Frans en bedient zich op officieel niveau alleen van die laatste twee talen. Over het idee dat je in het Europees Parlement je moedertaal moet kunnen spreken is hij ook weer tamelijk genereus, al is hij het er niet mee eens:
We can say that we are communicating with the people back home even when speaking in the European Parliament and of course that's part of it, but I also think that in order for us to have an interesting and lively debate, it's better to communicate in a language which can be understood by most people.

Stubb benadrukt echter de verantwoordelijkheid van de kant van de parlementsleden, die nu in het wilde weg tolken laten aanrukken terwijl ze vaak al weten dat ze er die dag helemaal niet zullen zijn. En een tolk kost in het Europese Parlement, waar lange dagen gemaakt worden en naar Straatsburg moet worden gereisd, maar liefst 1500 euro per dag.

Wat Stubb niet kan zeggen, en daarom zeg ik het: de voorvechters van het behoud van meertaligheid is het niet echt te doen om de culturele diversiteit. Een parlementslid dat een tolk à 1500 euro per dag bestelt voor een vergadering waarbij hij vrijwel zeker niet aanwezig zal zijn, vertoont een aapachtige geldingsdrang, vergelijkbaar met die baas van de UWV die een kantoor liet inrichten voor een bedrag waar je een solide huis van kon kopen. Ze hebben het helemaal niet nodig, maar ze willen laten zien dat ze er zijn.

Verder past dit gedrag bij de door Karel van het Reve besproken opinion chic dat je niet over je mag laten lopen:
[A]ls iemand je vraagt enige macht, enig bezit, enig privilege, enig geld, enig voordeel, enig recht prijs te geven, dan moet je je daartegen uit alle macht verzetten, want je moet één ding goed begrijpen: geef je ze een vinger, dan nemen ze je hele hand. [...] Je moet de vijand op een afstand houden. Als je niet vecht aan de uiterste grenzen van je territorium, dan heb je ze morgen in huis. ('Veel christenen en heidenen zijn er gelijkelijk van overtuigd dat je niet over je mag laten lopen' in: Uren met Henk Broekhuis (Amsterdam 1978), p. 98-101, p. 99.)

Stubb geeft op zijn eigen website een voorbeeld van zulk gedrag:
The most interesting bit of the summit meeting was Chirac's language protest. He left the meeting room when UNICE's French President spoke English. (Bron)

Het beeld is duidelijk. Blijf je aanwezig op een vergadering waar een Fransman Engels spreekt, dan is Engels daar morgen de officiële voertaal. Bestellen we een keer géén tolk Nederlands in Straatsburg, dan ontnemen Stubb en zijn vrienden ons binnenkort het recht op alle Nederlandse vertalingen. De belastingbetaler zal de prijs voor deze principiële houding ongetwijfeld geen bezwaar vinden.

Labels: ,

3 Comments:

At 12:48 p.m., Anonymous Anoniem said...

De meertaligheid binnen de EU en de problemen die daarbij kunnen ontstaan, zijn al enkele decennia het middelpunt van discussie. Zo werd er ooit geopperd dat alle vertalers en tolken vervangen konden worden door een geautomatiseerd systeem dat zou moeten worden ontwikkeld door de knapste koppen op het gebied van taalwetenschap en informatica in Europa. Resultaat was het EuroTra project, waaruit bijzonder veel wetenschappelijk nuttige informatie werd verkregen, maar waar niet direct een practische toepassing uit kon voortkomen. Oorzaak: taal bleek nu eenmaal te creatief te zijn om in duizenden formalismen te beschrijven, die in een computer te programmeren en er vervolgens zinnige tekst uit te krijgen.

En dat is maar goed ook! Als de EU alles zou laten afhangen van een geavanceerde variant van babelfish, zouden we ongetwijfeld veel meer problemen hebben om elkaar te begrijpen, dan met alle tolken en vertalers die nu ingeschakeld worden door Brussel en Straatsburg.

Blijft natuurlijk wel het feit dat zelfs een tolk, die 1500 euro per dag ontvangt om aanwezig te zijn, liever niet voor spek en bonen komt opdagen. De EU kan vast en zeker slimmer en efficiënter gebruik maken van deze diensten en zal dat de komende jaren ook zeker blijven doen.

En vaste voertalen afspreken waar iedereen zich aan dient te houden? Dan hoop ik dat iedere parlementariër en stafmedewerker voldoende begrip heeft van een taal die voor de meesten van hen niet hun moedertaal zal zijn. Wel een goed punt voor de taalcursus-industrie overigens.

 
At 11:06 p.m., Blogger Wouter van den Berg said...

Hoi Joost,

Bedankt voor je aanvulling!

Computervertaling was inderdaad een slecht idee - al begrijp ik van EU-vertalers dat ze wel vaak Systran als hulpmiddel gebruiken, maar uiteraard alleen in de combinaties die door dat programma ondersteund worden, én met een zeer forse database, terminologiebank etc.

Dat allerlei Europese producties uiteindelijk vertaald moeten worden lijkt me trouwens redelijk genoeg. Die moeten vaak in de verschillende landen geraadpleegd worden door mensen van wie je niet mag verlangen dat ze de originele taal beheersen.

Het cruciale punt is: mag je van EU-parlementariërs (en allerlei andere vertegenwoordigers in "Europa") uit welk Europees land dan ook verwachten dat ze bijvoorbeeld óf Frans, óf Engels kennen, op een voldoende niveau om zonder tolk over hun eigen specialismen met collega's uit andere lidstaten te kunnen communiceren?

Ik denk persoonlijk dat iemand die zijn talen onvoldoende beheerst niets te zoeken heeft in een internationaal lichaam. Stubb vindt dat volgens mij ook - maar hij kan dat om politieke redenen niet zo boud zeggen, omdat hij dan iedereen over zich heen zou krijgen en niet eens gelijk zou krijgen op wél haalbare punten. (De teneur van de reacties zou ongetwijfeld zijn dat wonderboy makkelijk praten heeft, dat die arme Oost-Europeanen op school hoogstens Russisch hebben geleerd dus dat je daar geen discussie op niveau in het Engels of Frans van mag verwachten.)

Het behoud van de meertaligheid lijkt mij echt een politieke kwestie die er, zoals je terecht opmerkt, vanaf het begin is geweest. Bij de onenigheid van de grote landen roken de kleine hun kans schoon óók hun rechten op te eisen, om ze nooit meer uit handen te geven. De ellende was ons bespaard gebleven als het vanaf het begin gelukt was bijvoorbeeld het Frans als voertaal te houden - een logische keuze in die tijd.

Dat heeft dus niet zo mogen zijn, en nu zitten we met eenentwintig talen en een aantal talencombinaties waar gewoon geen goede tolken voor te vinden zijn, waardoor een "relais" nodig is (eerst Nederlands-Engels vertalen, dan Engels-Ests) dat het allemaal nóg trager maakt.

Is het te laat om deze fout te herstellen? Ongetwijfeld, om de redenen die ik in mijn stukje noemde (1 - haantjesgedrag, 2 - de angst dat één concessie je positie ineen zal doen storten). Én omdat er europarlementariërs zijn die écht geen woord over de grens spreken. Ze zouden van mij direct naar huis mogen, maar ze gaan zichzelf waarschijnlijk niet sturen.

Dat het verder goed voor de taalcursusindustrie zou zijn lijkt me geen probleem. Een paar weken per jaar stevig het Engels of Frans van de volksvertegenwoordigers bijspijkeren lijkt me een betere investering dan het eindeloos tolken.

 
At 10:06 p.m., Anonymous Anoniem said...

Blijft dat het toch moeilijk blijft om een taal aan te leren zodat de politicus in kwestie op enig niveau kan meediscussiëren met sprekers van de moedertaal. Je kan het niet maken enkel het Engels toe te laten, zo zouden de Britten in hun taal iedereen onder tafel kunnen discussiëren.

"Oplossing" zijn dan het toelaten van enkele belangrijke talen, wat uiteraard tot de discussie wélke talen... Of vertalingen naar kleinere talen enkel mogelijk maken na aanvraag...

 

Een reactie posten

<< Home