04 augustus 2006

Over slecht vertalen, maar zonder harde stukjes

Geen recensie, maar een analyse van mijn ergernis over een boekje. Voor een echte recensie zou ik het boekje er ook bij moeten hebben. Het gaat om I always get my sin van Maarten Rijkens. Koop het als u wilt, liefst natuurlijk niet hier maar bij een echte boekhandel. Ik koop het zelf niet, omdat ik uit principe geen boeken koop die ik niet goed vind.

Ik zou er niet meer aan gedacht hebben, als niet een collega een off-topic post in een Forum van Proz.com plaatste - de flaptekst van hetzelfde boekje:
Het bizarre Engels van Nederlanders

I always get my sin is een vermakelijke bloemlezing van fouten die Nederlanders maken als zij Engels spreken.

I do not want to fall with the door in house

Het geeft een hilarisch beeld van het taalgebruik van onze Nederlandse ministers, state secretaries en top hotemetotes.

How do you do and how do you do your wife?

I always get my sin is samengesteld door Maarten H. Rijkens. Als directeur bij Heineken heeft hij jarenlang te maken gehad met Nederlanders die Engels spreken. Momenteel is hij voorzitter van de Industriële Grote Club.

We have to look further than our nose is long

Rijkens: ‘I believe we should all be interesting in this subject and hopely you will enjoy it just as much as I do. Please deal it out on some friendly undertakers, because it is clear that it can so not longer.’

May I thank your cock for the lovely dinner?

Ik schreef daar een wat zure reactie op. Ik zeg, naast wat zinnigere dingen:
Het is een beetje bij elkaar gehobby'd, zo'n boekje waarvan je denkt: "Ja, als ik op het idee was gekomen en wat connecties in de uitgeverij had, stond ik nu in de bestsellerlijst".

Daaruit zou je kunnen afleiden dat ik gewoon jaloers ben, maar zo simpel is het helemaal niet.

Wat zit me allemaal dwars? Eigenlijk te veel om op te noemen, maar laat ik het toch proberen.

  • De hype. Om te beginnen keek ik het maanden geleden al in bij Athenaeum. Ik vond er geen bal aan en hoopte dat anderen er ook niet in zouden trappen, maar was daar al niet helemaal gerust op. Ik weet sinds het legendarische Turbotaal van Jan Kuitenbrouwer (wél in huis, zij het in een van de achterrijen in een te diepe boekenkast) dat grappige taalboekjes het krankzinnig goed kunnen doen. Nu is het dus weer zo ver.
  • Cadeauboekjes. Het hele verschijnsel. De stapels bij de kassa. De kaftkleuren. De grote letters. De treurige waarheid dat boekhandels het zich niet kunnen veroorloven die krengen niet in huis te hebben.
  • De luiheid van auteur en uitgeverij. Kon zo'n interessant verschijnsel als Steenkolenengels (klik op deze link naar Wikipedia voor een aardige beschouwing vanuit verschillende invalshoeken) echt niet iets uitvoeriger behandeld worden dan alleen maar met voorbeelden?
  • Naam boven kennis. Heel veel mensen hadden dit boekje net zo makkelijk kunnen maken als Rijkens. Of beter, zoals ik nog zal betogen, maar dat doet er niet eens toe - waar het om gaat is dat ze niet zo'n aura van autoriteit krijgen omdat ze nooit in één ruimte zijn geweest met een minister. En daarom nooit de kans zouden krijgen om een boekje te publiceren.
  • De onbetrouwbaarheid. Gelooft u deze?
    I am the first woman state secretary for the inside and I am having my first period.
    Dit zou gezegd zijn door de eerste vrouwelijke staatssecretaris van binnenlandse zaken, die wilde aangeven in haar eerste ambtstermijn te zijn. Voor zover ik kan nagaan zou dat Dieuwke de Graaff-Nauta moeten zijn geweest. Zou die dat echt precies zo gezegd hebben? Ik geloof er niets van.
  • Geen context. Dat is trouwens misschien wel het belangrijkste probleem met dit boekje. Het zijn allemaal losse flodders, uitspraken die (als ze dus al ooit echt gedaan zijn) misschien tientallen jaren uiteen liggen, en in heel verschillende situaties door heel verschillende mensen zijn uitgesproken. Die contextinformatie hoort erbij. Name and shame, als het je zo hoog zit. Het maakt trouwens nog al wat verschil of iemand min of meer gedwongen wordt zich uit te drukken in een taal die hij slecht beheerst, of dat uit ijdelheid doet terwijl hij het niet zou hoeven.
  • Gemiste kans. Rijkens komt binnen waar anderen niet binnenkomen. Ik gaf al aan dat hij zijn boekje makkelijker gepubliceerd zal hebben kunnen krijgen dan de meeste andere verzamelaars van taalfouten. Het is daarom deze te pijnlijker dat hij geen toegevoegde waarde heeft geboden door echt verslag te doen van wat hij heeft meegemaakt. Hij heeft wel degelijk iets te bieden, maar doet het niet.
  • Niets van te leren. OK, er zijn al genoeg boeken waaruit Nederlanders kunnen leren hoe ze wél goed Engels kunnen leren. Maar hier wordt een aantal fouten opgesomd, de een ernstiger dan de andere, waarbij met een minimale uitleg anderen voor dezelfde fouten had kunnen worden behoed.

De grote vraag is: als een uitgever mij zou vragen om een leuk boekje met taalfouten van Nederlanders te maken - maximaal 128 bladzijden, grote letters, geen bronvermeldingen, géén geouwehoer, alleen die fouten, als mensen de directeur van Vertaalbureau.nl niet op zijn woord vertrouwen, wie dan wel haha, ik zorg dat het in alle boekhandels komt, succes gegarandeerd, je loopt gewoon binnen - zou ik dan meedoen?

Ik weet het niet.

Labels: ,

1 Comments:

At 5:15 p.m., Anonymous Anoniem said...

Helemaal mee eens. Flutboekje, maar er worden zoveel flutboekjes uitgegeven.
De vraag is: waarom in de boeken top-10?
En wat is de boeken top-10 waard, wanneer dit soort boekjes erin staan?

 

Een reactie posten

<< Home