24 juni 2006

Voetballers spreken hun talen

Een paar dingen waren leuk aan het artikel vandaag in NRC Handelsblad over de talenkennis van de in het buitenland spelende Nederlandse voetballers.

Ten eerste: het geweldige ontzag voor de nonnen in Vught. Wat hebben die hun zaken goed voor elkaar! De teneur is dat je een taal pas echt kan leren als je daar een paar weken intern bent geweest. Maar ja, wanneer heb je daar als voetballer tijd voor, klagen de jongens. Laat ik eens een wilde gedachte opperen: in de zomerstop en in de winterstop. Kwestie van prioriteiten leggen.

Ten tweede: dat Van Basten en anderen niet bang zijn fouten te maken. Dat heeft inderdaad grote voordelen. Ik had medestudenten Russisch die op papier minder goed waren dan ik, maar aan hun Ruslandreizen meer interessante contacten overhielden omdat ze gewoon doorlulden. Ikzelf behoorde tot de perfectionisten die liever hun mond dichthielden dan dat ze een fout maakten. Als ik echt moest praten, mompelde ik mijn naamvalsuitgangen. Pas later, als tolk Russisch, heb ik me wat ik de regel van mevrouw Van den Berg noem eigen durven maken. Mevrouw van den Berg is niet mijn vrouw maar mijn moeder, oud-lerares Frans te Enschede, die altijd zei: "Zeg un of zeg une. Zeg nooit eun als je het niet weet, want dat is zéker geen Frans."

2 Comments:

At 2:51 p.m., Blogger Unknown said...

Zeer herkenbaar, deze post. Ik ben zelf ook altijd bijzonder perfectionistisch geweest in mijn taalgebruik, en verkoos vaak te mompelen als het risico op een foutje in een vreemde taal zich voordeed...

 
At 4:26 p.m., Anonymous Thom Taal said...

Herkenbaar is het zeker, ik spreek zelf zeer goed Engels wat ik dan graag laat horen, hoewel mijn Frans echt dramatisch is. Waarbij ik dan ook ga mompelen, je talen spreken kan zoveel voordelen geven. Dat heb ik wel geleerd.

 

Een reactie posten

<< Home